Wat?

De spleetdakshelter is, zoals het woord het zegt, een shelter met een opening in de nok. Die (horizontale) opening is zo gemaakt dat de rook netjes wordt afgevoerd en er toch geen regendruppels door de opening kunnen vallen.

Hoe?

Een spleetdakshelter maak je met twee halve zeilen en twee nokbalken Aangezien de overheersende windrichting in België zuidwest is, zet je een spleetdakshelter het best met de opening naar het noordoosten. Zo krijg je een natuurlijk schouweffect. Als de wind uit het noordoosten komt, werkt de shelter nog steeds als een gewone shelter. En zelfs als er geen wind is, zal de rook door de opening verdwijnen.

  • Wat de basisconstructie voor de nok betreft, gaan we ervan uit dat jullie, scouts en gidsen, zelf iets kunnen bedenken en uitvoeren.
  • Maak de zeilen met een magnussteek en marlsteek aan de nokbalken vast.
spleetdakshelter
  • De magnussteek (zie tekening) is een mastworp met een extra voorslag. Deze leg je om te beginnen aan één kant van de nokbalk. Daarna trek je het touw in de richting van het zeil (de trekrichting op de tekening).
  • Verbind nu elk oog van het zeil met een marlsteek aan de balk. “Marlen” doe je als volgt: maak een gewone of halve knoop  rond de balk en haal het touw eenmaal door het oog van het zeil. Leg afwisselend een rechtse en een linkse knoop.
magnussteek

Aandachtspunten:

  • Gebruik voor kookshelters enkel zeilen van zelfdovend materiaal (brandklasse M21 ).
  • Gebruik voor deze shelter zeilen die voorzien zijn van een “lijk”. Dit is een touw dat in de rand of zoom van het zeil verwerkt is. Hierdoor komen de trekkrachten bij het opspannen van het zeil deels op het touw te liggen en zullen de ogen veel minder snel uitscheuren.

 1 De brandklasse staat in principe op het zeil. Vraag er zeker naar bij aankoop.

Ben je geholpen met deze info?