warm-koud

zorg dat je telkens 2 personen van verschillende ploegen samen vastbindt door vb, een fietsband, of iedereen aan elkaar te binden met de voeten Je spreekt een voorwerp af, vb een zakdoek (iets dat niet te groot is en niet te klein, en herkenbaar) je gaat dit voorwerp verstoppen, en laat ze maar zoeken; om hen te helpen zeg je warm als ze in de buurt komen, of koud als ze verder weg gaan.

Variaties

je kan ook meerdere voorwerpen zoeken, en zeggen dat groep 1 een blauwe zakdoek moet zoeken, en groep 2 een rode, ...

van Anneleen Brouwers, Chiromaisjes Opglabbeek, Opglabbeek