Proper en net stockeren

Hoe vermijd ik een ‘post-kamp’ depressie?

Het kamp was weer reuze, iedereen is “moe maar voldaan”, de camion was wat laat en in het lokaal ligt het materiaal op een grote (stinkende?) hoop.

Als materiaalmeester zul je nu dan ook iets moeten ondernemen om ook volgend jaar weer gebruik te kunnen maken van dat eigenlijk toch wel goede en dure materiaal. Maak daarbij gebruik van de goede sfeer die overblijft na een geslaagd kamp, vraag je vrienden in leiding om kort na het kamp samen de eerste hulp na kampen op het materiaal toe te passen, onder het motto: Stel niet uit tot morgen (om alleen te doen) wat je vandaag (samen) kunt doen.

Bedenk dat alle tips die volgen proberen te voorkomen dat je volgend jaar in juni plotseling een deel van de inhoud van je materiaalkot (excuseer, materiaalLOKAAL) nog voordat de camion er is, op de loop ziet gaan. Vuil, roest en wanorde lokken namelijk ongedierte en allerlei schimmels.

Tenten en zeildoek

  • Berg tenten en zeildoek absoluut droog op, zoniet rot dit materiaal zeker gedurende het jaar.
  • Scheuren en kapotte stormlijnen repareer je best vlak na het kamp, nu herinner je je nog levendig waar de regen door het zeil drupte, over zes maanden niet meer.
  • De “Uitleendienst voor kampeermateriaal”, het vroegere ADJ heeft handige brochures over de manier waarop je hun materiaal terug moet brengen. Wellicht ook handig als richtlijnen om je eigen materiaal op te bergen.
  • Als je geen eigen tenten hebt, maar ze leent bij de Uitleendienst voor kampeermateriaal (Machelen of Lichtaart), loont het beslist de moeite de inventaris op te maken voor je het materiaal terugbrengt. Die vergeten hamer, de rondslingerende piket of de aan de tent gelaten stormlijn moet je echt wel betalen. Hier staat tegenover dat kapotte onderdelen, mits teruggebracht, niet aangerekend worden!

Sjorhout

  • Leg sjorbalken altijd van de grond af. De luchtcirculatie onder je hout zorgt ervoor dat het niet gaat rotten.
  • Spaar moeite en tijd door de balken op maat te leggen (een kleurencode op de kop is helemaal de “finishing touch”).

Tips voor volgend jaar:

  • Kuis het lege sjorhoutkot goed uit terwijl al het hout nog op kamp is.
  • Ontschors eventueel nieuw sjorhout. Er is een vrij strikte wet op het vervoer van niet ontschorst hout omdat zich onder de schors allerlei ongewenste insecten schuil kunnen houden en door vervoer houtziektes en parasieten zich kunnen verspreiden.
  • Palen die je tijdens het kamp niet gebruikt, zet je best rechtop zodat de regen eraf kan lopen (let maar eens op, bij bijna iedere boerderij zie je hoe op deze wijze bonenstaken en ander hout weer en wind trotseren…).

Allerlei

  • Bijlen, schuppen en piketten hebben allen (helaas) de eigenschap gemeen dat ze van het kamp terugkomen vol zand (hoewel natuurlijk iedereen weet dat je een bijl nooit in de grond mag slaan, dus wie doet dat toch steeds?), vol bramen (van die haakjes of beschadigingen op het snijvlak) en vol roest (of het begin daarvan). Reparatie en onderhoud voer je best zo snel mogelijk uit. Alle niet normale oneffenheden moeten uit de snijvlakken gehaald worden (men noemt dat “rechten”). Gebruik daarvoor best een stevige hamer en een stabiele ondergrond (afhankelijk van het te onderhouden materiaal in hout of metaal). Slijp en vet het gerepareerde en schoongemaakte materiaal daarna in en het zal je volgend jaar bij de kampvoorbereiding heel wat werk besparen.
  • Touwwerk berg je natuurlijk droog op, zeker als het “natuurlijk” is (Sisal, Hennep e.d.). Lees er het artikel op de achterkant van Over & Weer oktober 1998 nog eens op na (kopie te verkrijgen bij VVKSM, documentatiecentrum).
  • Het frisse drinkwater dat je bij die vriendelijke boer haalde, verliest serieus wat van zijn charme naarmate het langer in de bidon zit. Probeer de herinnering goed te houden (en je bidon ook) door direct na het kamp deze spullen te legen en te ontluchten. Berg een bidon ook steeds open op, zo voorkom je vieze geuren (zowel uit de bidon als uit de Hudo als resultaat van…).
  • De EHBO koffers, nog nawalmend van de bleinen van de laatste dagtocht, de patrouillekoffers met de bloemlezing van een creatief kampmenu geëtst op de licht roestende binnenkant, ze smeken erom leeggemaakt te worden en schoon en droog een nieuw scouts- en gidsenjaar tegemoet te mogen gaan.
  • Het kan handig zijn om je (propere) patrouillekoffers te gebruiken om borden, potten, pannen bestek e.d. in op te bergen gedurende het jaar, kwestie van niet elke week alles opnieuw doorheen heel je lokaal te moeten gaan zoeken…
  • Verloren (of eigenlijk door jullie gevonden) voorwerpen deel je best zo snel mogelijk na het kamp uit (liefst aan de oorspronkelijke eigenaars, als die onvindbaar blijken aan spullenhulp), ook dat is gezond verstand. Sommige groepen zagen zich na enkele decennia verplicht te verhuizen gezien de onoverzienbare berg van “verloren voorwerpen”.
  • En dan nog dit: DRAAI ALLE AANGEBROKEN GASFLESSEN DEGELIJK DICHT, zo niet los je wellicht het probleem van de verloren voorwerpen op, maar heb je ook geen lokaal meer…
  • Eten (zelfs indien verpakt en nog niet aangebroken) hoort niet thuis in een materiaallokaal.
  • Stafkaarten hou je best ook niet bij in dit lokaal, tenzij echt volledig schoon en droog. Papier is nu eenmaal extra gevoelig voor vocht, schimmel en rot (en ‘t wordt saai, maar ook stafkaarten kosten geld!).

Ben je geholpen met deze info?