Leefwereld

jongen met veel wasknijpers op zijn gezicht

Gidsen en (zee)verkenners zijn 14 tot 17 jaar. Ze zitten in het derde tot vijfde middelbaar. Ze genieten van avontuur en zetten vriendschap op één. Ze vormen een hechte groep en leren met vallen en opstaan hoe ze onvergetelijke ervaringen creëren. Jouw taak als leiding? Daag hen uit!

Fysieke ontwikkeling

Gidsen en verkenners zien hun lichaam veranderen. Ze experimenteren met hun uiterlijk en kijken ook letterlijk vaak in de spiegel. Daarnaast gaan ze op zoek naar mensen waaraan ze zich kunnen spiegelen.

Tips:

  • Wees je ervan bewust dat de givers zich ook aan jou spiegelen. Als jij afspraken niet naleeft, zullen de givers dat ook niet nodig vinden. En als jij lacht met het ochtendhumeur van een giver, zullen ook anderen meelachen.
  • Eerstejaars givers spiegelen zich aan derdejaars. Geef de oudsten de opdracht om de jongsten op sleeptouw te nemen en hen enthousiast te maken.

Sociale ontwikkeling

Gidsen en verkenners streven naar vrijheid en onafhankelijkheid. Als ze die niet krijgen, durven ze zich te verzetten tegen de leiding of tegen andere vormen van autoriteit. Inspraak is dus belangrijk. Ontdek wat ze leuk vinden, laat ze meebeslissen over de invulling van het jaar of kamp.

Gidsen en verkenners hebben nood aan geborgenheid en begrip. Ze hebben een groep nodig waarin ze zich veilig voelen en een nest waaruit ze later kunnen uitvliegen. Vriendschappen zijn enorm belangrijk voor hen.

Givers zijn op zoek naar waar ze goed in zijn. Ze ontdekken gaandeweg hun eigen kwaliteiten en de richting die ze uit willen.

Tips:

  • Maak duidelijke grenzen. Leg uit waarom je precies een bepaalde beslissing neemt. Maak samen afspraken, zodat de givers er zelf mee achter staan.
  • Laat gidsen en verkenners voelen dat ze welkom zijn, luister naar hun verhalen en naar hun mening. Geef hen tijd om bij te babbelen. Hou op dat moment zelf een beetje afstand. Kleed samen jullie lokaal in.
  • Bied je givers een brede waaier aan activiteiten aan. Maak ruimte voor experiment, ook al weet je dat iets kan mislukken. Wissel achteraf ervaringen uit om eruit te leren.

Uitdagen en grenzen verkennen

Givers mogen of moeten almaar vaker zelf keuzes maken en zelf de verantwoordelijkheid dragen. Ze kunnen daarbij de weg kwijtraken en slaan af en toe een foute richting in. De grens tussen dat verdwalen en gewoon experimenteren is soms dun.

Op alle mogelijke manieren verkennen gidsen en verkenners de wereld. Givers experimenteren ook al eens met roken, alcohol en drugs. Binnen een givertak is een gesprek hierover dan ook onvermijdelijk. Goede afspraken laten de givers toe om op een verantwoorde manier te experimenteren.

Je givers blijven uitdagen is noodzakelijk om hen enthousiast te houden. Laat ruimte voor eigen initiatief en inspraak. Geef zelf het goede voorbeeld: experimenteer met nieuwe technieken, leuke locaties en creatieve inkleding van spelen.

Tips:

  • Begeleid givers. Spreek hen moed in wanneer het moeilijk gaat. Maak duidelijk wat de grenzen zijn en de gevolgen daarvan. Bouw rustmomenten in om op adem te komen en praat over de keuzes die de givers maken.

Vul samen met je givers de BAR in. Inspraak is belangrijk bij het opstellen van een alcohol-, drugs- en rookbeleid.

Ben je geholpen met deze info?